Herman Teirlinck
Un article de Wikipédia, l'encyclopédie libre.
Vous pouvez partager vos connaissances en l’améliorant. (Comment ?).
|
Herman Louis Cesar Teirlinck, né à Molenbeek-Saint-Jean le 4 février 1879 et mort à Beersel le 4 février 1967, est un écrivain belge néerlandophone. Il fut professeur de littérature et directeur de l'Institut supérieur des arts décoratifs.
Herman Teirlinck fut également précepteur du futur roi Léopold III.
[modifier] Bibliographie
- Verzen (1900)
- Landelijke historiën (1901, roman)
- De wonderbare wereld (1902, roman)
- Het stille gesternte (1903, roman)
- 't Bedrijf van den kwade (1904, roman)
- De doolage (1905, roman)
- Zon, een bundel beschrijvingen (1906, essai)
- De kroonluchter, kunstgenootschap (1907, roman)
- Het avontuurlijk leven van Lieven Cordaat (1908)
- Mijnheer J.B. Serjanszoon, orator didacticus (1908, roman)
- Het ivoren aapje (1909, roman)
- Johan Doxa, Vier herinneringen aan een Brabantschen Gothieker (1917, roman)
- De Nieuwe Uilenspiegel of de jongste incarnatie van den scharlaken Thijl (1920, d'après le conte populaire)
- De vertraagde film (1922, théâtre)
- Ik dien (1924, théâtre)
- De man zonder lijf (1925, théâtre)
- De wonderlijke mei (1925 théâtre)
- De leemen torens (1928, roman épistolaire avec Karel van de Woestijne)
- De ekster op de galg (1937, théâtre)
- Elckerlyc (1937)
- Ave (1938, théâtre)
- Maria Speermalie, 1875-1937 (1940, roman)
- De XXXX brieven aan Rolande (1944)
- Het gevecht met de engel (1952, roman)
- Zelfportret of Het galgemaal (1955, roman)
- Wijding voor een derde geboorte (1956, essai sur la théorie du théâtre)
- Dramatisch Peripatetikon (1959, traité de théâtre)
- Œuvres, 8 vol. (1955-1969)
- Œuvres, 9 vol. (1973)